JAARVERSLAG2024

JAAR-
VERSLAG
2024

VOORWOORD


Beste lezer

Het voorliggend jaarrapport biedt u een inkijk op de 4.178 vragen tot bemiddeling die burgers, zelfstandigen en bedrijven in 2024 formuleerden aan de postsector. Voor het derde jaar op rij zien we een daling van de klachten. Goed nieuws voor de sector!

In dit rapport krijgt u dan ook een verfijnd beeld van de problemen die hardnekkig blijven voorkomen. Een uitdaging voor de sector!

In het segment van de brievenpost stagneert het aantal klachten. Rekening houdend met de digitale kloof in België is de kwaliteit en betrouwbaarheid van de uitreiking van brievenpost, dag- en weekbladen, reclame en aangetekende zendingen voor vele burgers belangrijk; ook in een dalende brievenmarkt. Vooral de correcte uitreiking van aangetekende brieven blijft om aandacht vragen.

7 op 10 van de dossiers bij de ombudsdienst betreft het transport van een pakket. En klacht nummer één is de verdwijning van een pakket. Opvallend is dat de onderzoeken in vele dossiers geen opheldering brengen en pakketten als definitief spoorloos verklaard worden. En dit ondanks de geavanceerde traceertechnieken waarover de postbedrijven beschikken. De ombudsdienst blijft dan ook zijn oproep herhalen: het aantal verdwenen pakketten moet dalen. Zeker gezien de beperking van aansprakelijkheid die de sector geniet op basis van nationale en internationale verdragen.

Met betrekking tot de klantendiensten stelt de ombudsman vast dat de sector ontoegankelijk blijft voor de vragen en klachten van de bestemmeling van een pakket. Het zijn nochtans deze bestemmelingen die als consument de e-commerce dragen. Vele klachten in 2024 getuigen bovendien dat consumenten met hun klacht nergens terecht kunnen. De webshop verwijst naar het vervoerbedrijf en het vervoerbedrijf verwijst op zijn beurt naar de webshop. In dit jaarrapport van 2024 gaat de ombudsman dan ook zijn boekje te buiten en opent het debat omtrent de noodzaak tot een betere afstemming tussen de postwetgeving en het consumentenrecht.

De missie van de ombudsdienst is het bereiken van een minnelijke oplossing tussen de klager en het postbedrijf. En ook in 2024 is dit gelukt in 89% van de dossiers. Een mooi resultaat, bereikt met een gedreven team!

KATELIJNE EXELMANS & PAUL DE MAEYER
1.

OMBUDSMAN POSTE IN 2024

2024 in één oogopslag

Blik op de partijen

Klagers

90% van de aanvragers is particulier. Het aandeel van de rechtspersonen bedraagt 10%. In deze laatste categorie bemiddelt de ombudsdienst voornamelijk voor zelfstandigen, vrije beroepen en kmo’s (als bestemmeling én afzender). Ook verenigingen en overheidsinstanties vinden hun weg naar ombudsman poste. Grote bedrijven hebben als afzender doorgaans een contract op maat én een aanspreekpunt binnen het postbedrijf dat de contractuele relatie onderhoudt. Particulieren doen meestal een beroep op de ombudsdienst als bestemmeling. Bij de rechtspersonen is de helft van de klagende bedrijven afzender, de andere helft bestemmeling van brieven of pakjes.

In 2024 bedroeg het aandeel van bestemmelingen die hun geschil indienden bij ombudsman poste 71%. 27% van de klachten is afkomstig van een afzender. De 2% overige gebruikers betreft mensen die een beroep doen op overige dienstverlening: financiële post, filatelie, …

Ook in 2024 blijft de doorsnee klant van de ombudsdienst een particuliere bestemmeling. Het is dan ook de bestemmeling die in de eerste plaats hinder ondervindt wanneer hij een pakket, zijn dagelijkse briefwisseling, een factuur, een aangetekende zending, … niet ontvangt. Toch zien we de voorbije jaren een toename van het aantal afzenders met een bemiddelingsvraag, zowel bij de particuliere afzenders (24% in 2024, 13% in 2021) als de zakelijke afzenders (48% in 2024, 42% in 2021).

Wijze van aanmelden

De bemiddelingsvragen worden ingediend via het klachtenformulier op de website van ombudsmanposte.be (54%) of via mail (43%). 19 klachten werden via brief ingediend en 4 personen hebben hun geschil persoonlijk toegelicht in de kantoren van ombudsman poste.

In 98% van de dossiers contacteert de klant rechtstreeks de ombudsdienst. 35 dossiers werden verwezen door de Consumentenombudsdienst, 54 door een andere ombudsman en 11 door Belmed. Een bemiddelingsaanvraag kan enkel schriftelijk ingediend worden.

Om de laagdrempeligheid van onze dienstverlening te verzekeren, kunnen mensen telefonisch terecht om informatie te vragen. Tijdens een telefoongesprek kan de oproeper zijn situatie uitleggen. Wij geven informatie over de werking van de sector, de rechten van de postgebruiker en de stappen die nodig zijn om een klacht in te dienen, zowel voor de eerste als de tweedelijnsprocedure. In 2024 ontvingen we 2.376 telefonische oproepen voor informatie.

Postbedrijven

De Ombudsdienst voor de Postsector opereert in de Europese en nationale doelstelling om geschillen te regelen via consensus. Het is de gebruiker van de post- en pakketdiensten die een vraag tot bemiddeling kan indienen.

Sinds februari 2007, naar aanleiding van het openstellen van de postmarkt voor concurrentie, is de ombudsman bevoegd voor alle bedrijven die post en pakjes vervoeren én die actief zijn op de Belgische postmarkt. In elk dossier streeft ombudsman poste naar het bereiken van een minnelijk akkoord tussen de partijen. De ombudsman bemiddelt op basis van de standpunten van de partijen, de toepasselijke regelgeving én billijkheid.

ombudsman poste investeert sterk in de samenwerking met de postbedrijven om de kansen tot het bereiken van een minnelijke oplossing in elk dossier te maximaliseren. Zo houdt de ombudsman elke 6 weken een persoonlijk dossieroverleg met bpost. Daar worden de dossiers besproken waar een minnelijke oplossing volgens de ‘gewone’ bemiddelingsprocedure niet bereikt wordt.

Vanaf 2021 werd een dergelijk gestructureerd overleg ook opgestart met UPS, DPD, GLS, Fedex en PostNL, in 2023 volgden Mondial Relay en Colis Privé. Met de overige bedrijven wordt ad hoc samengekomen om dossiers te bespreken.

2.

Bemiddelingsaanvragen

Ontvankelijke aanvragen

ombudsman poste bemiddelt in elk individueel geschil tussen een postgebruiker enerzijds en een post- en pakketbedrijf anderzijds. Een minnelijk akkoord bereiken tussen de klant en het bedrijf is het uiteindelijke doel. In 2024 werden 4.178 bemiddelingsaanvragen ingediend bij de ombudsdienst. 2.076 van deze dossiers werden ontvankelijk verklaard.

Elke nieuwe aanvraag wordt in eerste instantie geanalyseerd naar bevoegdheid. Daarnaast onderzoekt de ombudsdienst of de aanvraag voldoet aan een aantal voorwaarden voorzien in de wet, het zogenaamde ontvankelijkheidsonderzoek.

Niet-ontvankelijke aanvragen

In 2024 werden 2.102 bemiddelingsaanvragen niet-ontvankelijk verklaard. Veruit de belangrijkste reden waarom aanvragen niet ontvankelijk zijn, is de vaststelling dat ze nog niet ingediend werden bij het bedrijf zelf (voorbarige klachten).

Als beroepsinstantie kan de ombudsdienst pas een onderzoek instellen als het postbedrijf de kans heeft gekregen om het geschil volgens haar interne klanten- en klachtenprocedures op te lossen. ombudsman poste bezorgt de onontvankelijke klacht aan het postbedrijf met de vraag om een eerstelijnsonderzoek. Indien de klant geen antwoord ontvangt van het bedrijf of niet tevreden is met de aangereikte oplossing, kan hij zich in beroep wenden tot de ombudsman.

Meer lezen

Evolutie 2015–2024


Er werden 4.178 geschillen ingediend in 2024. Dit is een daling van het totaal aantal vragen tot bemiddeling van 10% ten opzichte van 2023. In het aantal dossiers waarin de ombudsdienst effectief een onderzoek en bemiddeling opstart (ontvankelijke dossiers), betreft het een daling van 8%.

Vanaf de start van de dienst in 1993 is het aantal vragen tot bemiddeling geleidelijk gestegen tot het jaar 2003. Vanaf 2004 constateren we jaar na jaar een stevige stijging van het aantal beroepsgeschillen onder impuls van een groeiende pakjessector. De stijging bereikt een hoogtepunt van ongeveer 9.000 aanvragen in 2018, 2019 en 2020. Het hoge aantal geschillen in 2020 was eveneens het gevolg van de COVID-19 pandemie die de e-commerce en bijgevolg het vervoer van pakjes een sterke boost gaf. 2022 kenmerkte zich door een stevige daling in het aantal nieuwe bemiddelingsaanvragen. In 2023 en 2024 bleef het aantal aanvragen dalen.

Een sluitende verklaring voor de daling van het aantal ingediende geschillen de voorbije jaren hebben we niet. Volgende elementen spelen mee in deze evolutie:

  • Een daling van het aantal klachten omtrent brievenpost in een dalende brievenmarkt.
  • Een sterke afname van de douane-gerelateerde geschillen voor internationale pakketten.
  • Het eerste aanspreekpunt voor consumenten die een probleem ondervinden met de levering van hun online aankoop is het e-commercebedrijf.
  • Consumenten zijn niet op de hoogte dat ze (ook) een onderzoek kunnen aanvragen bij het postbedrijf (en in beroep bij ombudsman poste) of worden door het postbedrijf zelf verwezen naar de webshop.
  • Vele postgebruikers gaan er nog steeds vanuit dat de ombudsdienst enkel gecontacteerd kan worden voor klachten tegen bpost.
Meer lezen
3.

Klachten

VAN BEMIDDELINGSAANVRAGEN NAAR KLACHTEN

4.699 ONTVANKELIJKE KLACHTEN

Elke vraag tot bemiddeling wordt door ombudsman poste gecodeerd op basis van een Europese CEN-norm. Aan elke bemiddelingsvraag kunnen verschillende klachten toegekend worden, op basis van de beschrijving van het geschil door de klant. De meerwaarde van deze manier van werken is een verfijnd beeld van de problemen die mensen ervaren in het verzenden en ontvangen van pakketten en brieven. Informatie die ook aan de sector en de individuele bedrijven de opportuniteiten toont tot het verhogen van de klanttevredenheid.

2.076 vragen tot bemiddeling werden in 2024 ontvankelijk verklaard en onderzocht. Deze 2.076 unieke bemiddelingsvragen bestonden uit 4.699 klachten, dit is een gemiddelde van 2,3 klachten per dossier.

Het aandeel klachten omtrent brievenpost daalt sinds 2017 en volgt hierbij de tendens van een dalende Belgische brievenmarkt. In dezelfde periode stijgt het aantal klachten over pakketten, overeenkomstig het stijgende vervoer van postpakketten op het ritme van de groeiende e-commerce.

Klachten naar postsegment

Ombudsdossier
Klacht

‘Het pakket zou afgeleverd zijn maar ik was niet thuis, er werd een handtekening geplaatst maar dat is helemaal mijn handtekening niet. Ik heb dadelijk laten weten aan de webshop dat ik niets ontving. De verkoper heeft me geïnformeerd dat het pakket aan de deur afgezet zou zijn en hij dus niets kan doen. Van wie is dan de handtekening? Ik wil graag mijn bestelling alsnog ontvangen. De klantendienst van de koerier antwoordt dan weer dat ik contact moet opnemen met de afzender…’

1 dossier – 3 klachten

De bemiddelingsvraag bevat 3 klachten: verdwenen pakket, foute handtekening en afwimpeling van de bestemmeling naar de afzender.

Klachten per bedrijf

Bedrijven Pakketten Post Klantenrelatie Overige diensten Totaal 2024
BPOST 1.930 975 744 54 3.703
POSTNL 182 - 57 - 239
DPD 149 - 61 - 210
COLIS PRIVE 119 - 39 - 158
MONDIAL RELAY 70 - 30 - 100
GLS 65 - 13 - 78
UPS 61 - 15 - 76
FEDEX 56 - 19 - 75
DHL EXPRESS 16 - 3 - 19
HOMERR 13 - 4 - 17
AMAZON LOGISTICS 6 - 2 - 8
DHL ECOMMERCE 5 - 1 - 6
EASYPOST 3 2 - - 5
PPP - 2 1 - 3
NOX 2 - - - 2
TOTAAL 2.677 979 989 54 4.699

8 op 10 van de klachten die ingediend worden bij ombudsman poste zijn voor rekening van bpost. Sinds 2021 daalt het aandeel van bpost- klachten. Ook in 2024 zet deze tendens zich voort , voornamelijk bij het aantal klachten over pakketten.

Het aandeel van bpost in de ombudsklachten omtrent pakketten bedraagt 72% in 2024 (74% in 2023, 82% in 2022 en 88% in 2021).

De overige pakketbedrijven noteren bijgevolg 28% van alle klachten over pakketten bij ombudsman poste. Een sterke stijger is Colis Privé, dat vanaf medio 2021 in België opereert. UPS noteert voor het tweede jaar op rij een daling aan klachten. De andere bedrijven behouden de status quo.

Bij de oprichting van de ombudsdienst in 1993 beperkte de bevoegdheid van de ombudsman zich tot klachten voor De Post, later bpost. Vanaf februari 2007 werd de ombudsdienst bevoegd voor alle post- en koerierdiensten in het kader van de vrije concurrentie in de sector. bpost genereert in 2024 nog steeds het merendeel van de klachten bij ombudsman poste. De voorbije jaren evolueren we naar een meer gediversifieerde verdeling van ombudsklachten omtrent pakketten in de sector.

Pakketten

53%


klachten over pakketten betreft een binnenlandse verzending

29%


BETREFT EEN VERZENDING BINNEN DE EUROPESE UNIE

18%

BETREFT ZENDINGEN VAN OF NAAR NIET EU-LANDEN

De relatie tussen afzender en bestemmeling geeft het volgende beeld:


In de categorie C2C zien we een stijgend aantal klachten omtrent een tweedehands transactie.

Thema’s klachten

PAKKETTEN Transport Inklaring Totaal
Verdwenen 790 34 824
Schadevergoeding 506 77 583
Uitreikingsfout 393 - 393
Tarieven/kosten/facturatie 26 214 240
Vertraging 116 63 179
Onterecht retour 121 45 166
Beschadigd 123 2 125
Tracking 85 - 85
Overige 71 11 82
Totaal 2.231 446 2.677

Een verdwenen zending is in 3 op 10 klachten dé reden om ombudsman poste te contacteren.

De 234 klachten over facturatie betreffen hoofdzakelijk klachten van bestemmelingen omtrent de extra invoerkosten die ze dienen te betalen voor hun internationale zending. Vertraging bij de inklaring van het pakket is klacht nummer 2 met betrekking tot inklaringsklachten.

Uitreikingsproblemen

Opvallend bij pakketten is een verdubbeling van het aantal uitreikingsproblemen in vergelijking met 2023. Voornaamste verzuchting is hieromtrent dat een pakket rechtstreeks naar een afhaalpunt gebracht wordt zonder ze aan te bieden aan huis. En deze verzuchtingen zijn doorgaans gericht aan PostNL en bpost.

Verdwenen pakketten

Ook in 2024 is een verdwenen pakket klacht nummer één bij ombudsman poste. Met uitzondering van de Expressdiensten, noteren we voor elk bedrijf veel verdwijningsdossiers. Bij Colis Privé en Mondial Relay is een verdwenen pakket in de helft van de dossiers de reden om een beroepsklacht in te dienen.

Ombudsdossier
Klacht

Een bestemmeling klaagt dat haar pakket (C2C verkoop) niet toegekomen is, hoewel deze volgens de tracking in de brievenbus uitgereikt werd.

Oplossing

Uit het onderzoek blijkt dat de zending onmogelijk in de brievenbus uitgereikt kon worden, gezien de afmetingen. Het koerierbedrijf maakt een attest op van verlies van de zending. Met dit attest slaagt de klager erin een minnelijke regeling te treffen met de particuliere verzender in Frankrijk. De verzender krijgt op zijn beurt een beperkte CMR-vergoeding van het Franse postbedrijf.

Na onderzoek wordt een deel van deze geschillen opgelost door het terugvinden van de zending: bij een buur, in een sorteercentrum, in een uitreikingskantoor, in een afhaalpunt, bij de dienst voor onbestelbare zendingen, … Het eindresultaat is echter in vele dossiers dat een zending spoorloos blijft.

Gezien de beperking van aansprakelijkheid van de sector betekent een verloren pakket in de meeste dossiers een financieel verlies voor de afzender of de bestemmeling. En dit heeft een negatieve impact op het vertrouwen van de burger in de sector. De ombudsdienst schrijft dan ook een aanbeveling tot optimalisatie van de procedures om het verlies van pakketten te voorkomen.

Gezien de uitgebreide mogelijkheden voor het opvolgen van pakketten via scanning is het hoge aantal verdwijningen toch opmerkelijk. Een sluitende verklaring hebben we niet vanuit de ombudsdienst. Wij bemerken wel 3 praktijken binnen de postsector die het risico op het verlies van een pakket verhogen: onbeheerd achterlaten, verdwijning na afgifte en het niet-traceerbare verzendproduct.

Onbeheerd achterlaten: een risico in de uitreiking

Een postbode/chauffeur laat op eigen initiatief een pakket achter aan het adres van de bestemmeling als die laatste niet thuis is, aan de voordeur, op de oprit, in de inkomhal van een appartementsgebouw, achter een tuinpoort, bij de buren, ….

Op basis van de ombudsklachten zien we dat deze werkwijze ruim toegepast wordt in de sector, ook bij die bedrijven waar het officieel niet toegestaan is.

bpost laat haar postbodes wel toe bij afwezigheid van de bestemmeling het pakket achter te laten op een ‘safe place’: een plaats rondom het huis die de postbode zelf veilig acht. De postbode dient dit op foto vast te leggen. De mogelijkheid tot het achterlaten van een pakket op een veilige plaats of bij een buur vermeldt bpost in haar algemene voorwaarden voor particulieren en KMO’s. De bestemmeling die niet gebonden is aan de algemene voorwaarden en doorgaans niet kan kiezen welk bedrijf zijn pakket levert, heeft hier dus geen keuze. (De bestemmeling kan wel per koerierbedrijf een voorkeurlevering instellen).

De meeste klachten hieromtrent komen van consumenten zelf die hun online-aankoop niet terugvinden bij thuiskomst. Het grote probleem is hier de bewijslast. De tracking vermeldt dat het pakket uitgereikt is en voor vele afzenders is dit voldoende bewijs om het pakket als geleverd te beschouwen.

Ombudsdossier
Klacht

Meneer H. bestelt op 24 juli 2024 een kattenluik bij een Belgische webshop, ter waarde van 101,37 euro. Het pakket krijgt 2 dagen later de status uitgereikt maar de klant treft de zending bij aankomst nergens aan. Het koerierbedrijf blijft erbij dat de zending geleverd werd.

Oplossing

Na opening van het ombudsdossier wordt een onderzoek gestart. Daaruit blijkt dat de chauffeur zelf getekend heeft voor ontvangst en de zending aan de voordeur achterliet. Dit is niet conform de procedure van het postbedrijf, waarop het bedrijf een attest van verlies bezorgd. Op basis van dit attest stuurde de webshop een vervangzending aan de consument. De katten van meneer lopen ondertussen vrij binnen en buiten.

Pakket verdwijnt na afgifte

In 2024 bemiddelde ombudsman poste in 54 geschillen tussen bpost en een afzender omtrent een pakket dat onmiddellijk verdween na afgifte. De klager brengt het pakket naar een afgiftepunt (postkantoor, postpunt of locker). Het pakket ontvangt een eerste scan van ontvangst in het bpost circuit en daarna is er geen enkel spoor meer van het pakket. Ook een onderzoek op vraag van de ombudsdienst leidt niet tot het terugvinden van de zending, noch tot het verklaren van de verdwijning.

Het gaat om een beperkt aantal klachten maar de ombudsdienst acht de aansprakelijkheid van bpost in deze geschillen groter dan bepaald in hun algemene voorwaarden en/of de regelgeving. Het is de opdracht van bpost om pakketten die aan hun diensten toevertrouwd worden naar de voorziene bestemming te transporteren. Klanten zijn terecht verontwaardigd dat een pakket onmiddellijk nadat ze het hebben overgedragen aan bpost verdwijnt en dat bpost hier bovendien geen verklaring voor kan geven. De (beperkte) voorziene vergoeding weegt in deze situaties niet op tegen de fout van het postbedrijf. In dergelijke dossiers gaat de ombudsdienst, indien er geen minnelijk akkoord bereikt wordt tussen de afzender en bpost, over tot een individuele aanbeveling tot het vergoeden van de volledige schade. Op structureel niveau adviseert de ombudsman om op korte termijn aanpassingen door te voeren. In een structurele meeting met bpost heeft het bedrijf uiteengezet dat het aanpakken van deze problematiek deel uitmaakt van een optimalisatieplan omtrent het transport van elk pakket.

Meer lezen

Niet-traceerbare zendingen: geen onderzoek bij problemen, noch vergoeding

Niet-traceerbare zendingen zijn internationale economy pakketten, vaak gebruikt in de e-commerce en uitgewisseld tussen universele dienstverleners, bpost in België. De UPU-wetgeving is van toepassing. Dergelijke zendingen hebben geen of een zeer beperkte traceerbaarheid en leiden dan ook zelden tot het terugvinden van een verloren zending. De postwetgeving (UPU) voorziet geen onderzoek noch vergoeding bij problemen. En dit wordt doorgetrokken in de algemene voorwaarden van het postbedrijf.

In een ombudsdossier vraagt ombudsman poste aan bpost wel degelijk de mogelijke onderzoeksdaden te stellen naar pakketten zonder scanning: bevraging uitreikingskantoor / postbode, nazicht mogelijke problemen op het adres van de bestemmeling, navraag bij de interne inklaringsdiensten of de dienst onbestelbare goederen. Omwille van het gebrek aan tracering leiden deze onderzoeken in meerdere dossiers niet tot het terugvinden van het pakket.

Ook een vergoeding zit er niet in. Niet voor de bestemmeling die ten aanzien van zijn afzender niet kan bewijzen dat hij de goederen niet ontving. Ook de afzender kan geen bewijs voorleggen ten aanzien van zijn bestemmeling of het postbedrijf.

Ombudsdossier
Klacht

Een particulier verstuurt een oude I-phone naar een vriend in Slovenië. Het pakket komt niet toe bij de vriend in Slovenië. De verzender klaagt dat hij geen vergoeding ontvangt voor het verdwenen pakket.

Resultaat

De klager wordt geïnformeerd dat hij gekozen heeft voor een economy label dat geen recht geeft op een vergoeding. Wegens gebrek aan scanning voor dit type zendlabel kan bovendien niet toegelicht worden welk traject het pakket afgelegd heeft. De ombudsdienst informeert de klant dat dit type ontraceerbare zendingen voorzien is in de internationale postwetgeving en er geen onderzoek noch vergoeding tegenover staat.

De ombudsman stelt in vraag of dergelijke niet-traceerbare zendingen nog aangepast zijn aan de verwachtingen van handelaar én consument in de huidige e-commercesector, rekening houdend met de technologische mogelijkheden op gebied van tracering van pakketten. We stellen ons dan ook de vraag of de huidige Europese postrichtlijn, die het laatst gewijzigd werd in 2008, en de UPU-wetgeving op dit punt een update vereisen.

Dat het gamma van nationale verzendwijzen voor pakketten, bij bpost als universele dienstverlener, enkel bestaat uit traceerbare zendingen is alvast een goede zaak.

Meer lezen

Beschadigde pakketten

Het aantal dossiers omtrent een beschadigd pakket stijgt de voorbije jaren. In 2024 behandelde de ombudsdienst hieromtrent 125 dossiers, in 2023 waren dit nog 87 dossiers.

In geschillen omtrent pakketten waarvan de inhoud beschadigd werd tijdens het vervoer is het niet evident een minnelijke oplossing te bereiken. In eerste instantie tracht de ombudsman, met behulp van de resultaten van het onderzoek, de partijen te bewegen tot een akkoord. Dit verzandt bij dossiers over beschadigde pakketten in een onverzoenbare discussie over de al dan niet toereikende verpakking.

Kunst- en verzamelwerken, wijnflessen, computers en smartphones: het zijn fragiele goederen die aangepast beschermd dienen te worden, voor vervoer in een postcircuit. In dergelijke dossiers gaat het regelmatig om goederen die omwille van de waarde bijkomend verzekerd worden door de afzender. Indien een pakketbedrijf echter oordeelt dat de verpakking niet toereikend was om de inhoud te beschermen tijdens het transport, verwijst het bedrijf naar zijn algemene voorwaarden en zal er geen compensatie uitbetaald worden, verzekerd of niet verzekerd.

Volgens de postwetgeving is het inderdaad de afzender die verantwoordelijk is voor het correct verpakken van de goederen en wordt het postbedrijf ontheven van zijn aansprakelijkheid indien de verpakking ontoereikend is. Vanuit de ombudsdossiers zijn hier toch 3 kanttekeningen te plaatsen. Deze kanttekeningen zijn gericht aan bpost waarvoor we de meeste beschadigingsdossiers behandelden (84 dossiers) en vanuit haar rol als universele dienstverlener.

Ten eerste verwacht de ombudsman dat, zeker in het kader van de universele dienstverlening, rekening gehouden wordt met het feit dat een particuliere afzender niet op de hoogte is van de risico’s die een doortocht in een postcircuit met zich meebrengt. Pakketten gaan meermaals op sorteermachines, vallen van een bepaalde hoogte in containers en dienen ook bestand te zijn tegen meerdere en zwaardere pakketten die op hen neervallen. Ook bij opstartende webshops merken we op dat deze risico’s onderschat worden. De verontwaardiging is des te groter op het moment dat mensen de boodschap krijgen dat de verzekerde optie die ze uit zorgvuldigheid genomen hebben niet geldt.

Ten tweede is er in verschillende dossiers een gebrek aan bewijs indien het pakket bij beschadiging tijdens het postproces vernietigd wordt. Het postbedrijf legt de bewijslast bij de afzender en vraagt foto’s om de degelijke verpakking aan te tonen. Vele afzenders beschikken niet over foto’s en bij gebrek daaraan wordt er verondersteld dat de verpakking onvoldoende was. De ombudsdienst is van mening dat ook de bedrijven hier een verantwoordelijkheid dragen en bewijzen dienen aan te leveren. Het pakket is in hun bezit op het moment van de schade. Het is aan het bedrijf om aan te tonen op basis van foto’s of een beschadigingsrapport dat de schade het gevolg is van een ontoereikende verpakking.

Ten derde is er de kwestie van de verboden goederen. Indien de beschadigde goederen op deze lijst voorkomen wordt er geen vergoeding uitbetaald.

Meer lezen

Vraag naar schadevergoeding van de afzender

In 22% van de klachten claimt de klager expliciet een vergoeding.

Voor de bestemmeling is in de postsector geen vergoeding voorzien. Een vergoeding wordt toegekend aan de afzender en voor die afzender kent de sector een beperking van aansprakelijkheid: de waarde van de goederen wordt niet automatisch terugbetaald bij verlies of beschadiging.

Opvallend is dat burgers en startende ondernemingen vaak niet op de hoogte zijn van de beperkte vergoedingen of de optie tot het nemen van een verzekering die de waarde van de goederen gedeeltelijk of volledig dekt.

Gezien de beperking van aansprakelijkheid is precontractuele informatie over de verschillende verzendwijzen en hun opties, met inbegrip van de verzekerde verzending, een must. De ombudsdienst formuleert hieromtrent aan bpost een aanbeveling.

Ook het nemen van een verzekering leidt niet automatisch tot een vergoeding. Voor verschillende postbedrijven ontvingen we klachten van klanten die geen compensatie kregen wegens onvoldoende verpakking. Het bepalen of een verpakking al dan niet voldoet, blijkt vaak een onoverbrugbare discussie tussen de partijen.

Daarnaast en voor rekening van bpost zijn er de geschillen met betrekking tot verboden goederen.
Bij bpost is de lijst van verboden goederen lang en er staan verrassend veel goederen op waarvan de meeste burgers veronderstellen dat ze deze mogen versturen, zoals kunstvoorwerpen, (oude) munten, lithiumbatterijen, sterke drank, enz. Het postbedrijf weigert een terugbetaling van de beperkte of verzekerde aansprakelijkheid bij beschadiging (of verdwijning) van deze goederen. Vele van de goederen op deze lijst worden verzonden in C2C verzendingen. De ombudsman is dan ook van mening dat de lijst van verboden goederen haaks staat op een groeiende tweedehandsmarkt. Een actualisatie dringt zich op.

Uiteraard dient de lijst met wettelijk uitgesloten goederen gerespecteerd te worden.

Voor rekening van Mondial Relay noteren we het niet respecteren van de CMR-wetgeving met betrekking tot aansprakelijkheid. Hieromtrent formuleert de ombudsman een aanbeveling aan het bedrijf.

Inklaring en douanekosten

ombudsman poste noteert een daling van het aantal klachten over het invoersysteem IOSS (Import One Stop Shop) – waarbij de klant op voorhand bij de aankoop reeds heffingen betaalt aan de verkoper. De kinderziektes voor dit invoersysteem zijn grotendeels weggewerkt.

De berekening van invoerrechten en btw op pakketten van buiten de Europese Unie en de bijgaande facturatie zijn de voornaamste redenen voor het indienen van een klacht (214 klachten). Meer en meer behandelt ombudsman poste hier complexe dossiers met een fiscaal tintje. De postbedrijven passen de fiscale wetgeving toe, in opdracht en onder toezicht van de Algemene Administratie Douane en Accijnzen (AADA). Het zijn de postbedrijven die het inklaringsfactuur bezorgen aan de invoerder / bestemmeling. Klachten over de berekening en de hoogte van het factuur worden in eerste instantie dan ook gericht aan de postbedrijven en in beroep aan ombudsman poste. De ombudsdienst ontvangt meerdere complexe dossiers omtrent fiscale vrijstellingen, toepassing van de correcte goederencodes, uitstel of verlegging van btw, berekening van btw op douanewaarde en administratieve kosten, accijnsgoederen of verboden goederen… . Indien het geschil een puur fiscale aangelegenheid is, wordt de klant doorverwezen naar de AADA en in beroep naar de federale ombudsman. Tegen drie koerierbedrijven (UPS, Fedex en DHL Expres) is dit type klacht de belangrijkste reden om een dossier in te dienen bij ombudsman poste.

Daarnaast blijven er discussies over de toepassing van de regelgeving, zoals de vrijstelling van pakketten met geschenken of de invoer van tijdschriften en medailles. Ook de hoogte van de administratiekosten, die aangerekend worden bij het inklaren van een pakket, zorgt regelmatig voor klachten. Deze klachten ontvangen we voornamelijk voor bpost.

In theorie kan elke burger/onderneming zijn internationaal pakket zelf inklaren. Deze procedure is echter dermate complex dat dit in de praktijk niet haalbaar is. Grote ondernemingen stellen zelf een douane-afhandelaar aan of organiseren dit intern. Voor een burger of KMO is deze optie niet haalbaar / betaalbaar.

De dagelijkse praktijk is dan ook een automatische inklaring door het postbedrijf die het internationaal pakket ontvangt voor verdere distributie in België. De inklaringsprocedure wordt automatisch opgestart en de klant krijgt een uitnodiging tot betaling van de invoerkosten. Indien de bestemmeling deze niet betaalt / wenst te betalen, wordt het pakket teruggestuurd. (De procedure bij de Expresdiensten verloopt via een voorafbetaling en een eindfactuur na de levering).

Een regelmatig terugkerende klacht is de hoogte van de administratiekosten die de bestemmeling in België betaalt bij invoer van een internationaal (buiten Europa) pakket door bpost. Het betreft hier de administratieve heffing die het postbedrijf aanrekent voor de douanehandelingen die zij stelt in opdracht en onder toezicht van de FOD Financiën. Deze administratieve heffing wordt niet doorgestuurd naar de douanediensten, maar is een inkomst voor het postbedrijf zelf. Voor aankopen met een kleine waarde weegt de administratieve kost inderdaad door.

Bestemmelingen argumenteren dat deze administratieve kost hoog is ten opzichte van de waarde van de goederen, hoger is dan in de ons omringende landen, dat het onduidelijk is waar deze kosten tegenover staan en dat ze pas op de hoogte gebracht worden van deze kost als het pakket reeds besteld én in België toegekomen is.

Ik kreeg een pakje van iemand uit Noorwegen (waarde 170 euro). Ik moest hierop 39 euro inklaringskosten betalen bovenop de wettelijke douane kosten. Dit is excessief. … Ik heb geen keuze hierover, ofwel pakje weigeren ofwel betalen. Ik heb geen keuze om een andere douane afhandelaar te kiezen. Iedereen die een pakje buiten de EU krijgt, wordt zo afgezet.

De hoogte van de administratieve kost wordt door de post- en koerierbedrijven zelf bepaald. Er is geen controle door het BIPT of door de FOD Financiën die de administratieve afhandeling van een internationaal pakket beschouwen als een commerciële activiteit, ook voor de pakketten die verstuurd worden in het kader van de universele dienstverlening (UPU).

Meer lezen

Brievenpost

Thema’s klachten

Brieven Aangetekende brieven Kranten Tijdschriften Overige Totaal
Fouten bij de uitreiking 151 122 25 8 2 308
Verdwijning 138 75 32 35 - 280
Vraag schadevergoeding 68 43 - 3 1 115
Nazending/adreswijziging 52 13 - 7 12 84
Vertraging 39 19 3 6 1 68
Terug naar afzender 24 17 - 4 - 45
Beschadiging 10 4 6 1 2 23
Overige 15 36 1 1 3 56
TOTAAL 497 329 67 65 21 979

Voor 2024 stelt ombudsman poste een status quo vast (t.o.v. 2023) omtrent het aantal klachten over de uitreiking van brievenpost. De klachten over aangetekende zendingen blijven hoog.

Deze vaststelling moet gelezen worden in de trend van een dalende brievenmarkt.

Kwaliteit van de universele dienstverlening

Bij brievenpost gaat het om persoonlijke schrijfsels, aankondigingen van geboortes of overlijdens, facturen, reclame, communicatie vanuit gemeentebesturen of verenigingen, oproepingsbrieven van de overheid of voorlichtingscampagnes. De kwaliteit van de postbezorging van gewone zendingen blijft belangrijk. Het maakt deel uit van het pakket aan universele diensten die de wetgever heeft gedefinieerd en waarvoor er dus een duidelijke kwaliteitsvereiste is vastgelegd.

Een verwijzing naar de digitale kloof is pertinent. Mensen met minder digitale vaardigheden, zijn voor hun persoonlijke administratie afhankelijk van een correcte ontvangst van hun briefwisseling en aangetekende zendingen.

Het belang van de brievenpost in de universele dienstverlening in combinatie met het feit dat bpost de enige grote speler is op de markt, en de gebruiker in de meeste gevallen dus geen vrije keuze kan maken, maakt dat het bedrijf, de wetgever en de regulator waakzaam moeten blijven voor de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de dienstverlening.

Aangetekende brieven

1 op 3 van de klachten omtrent brievenpost betreft een aangetekende zending.

Aangetekende zendingen vallen onder de universele dienstverlening. Ze kaderen binnen een formele, administratieve of gerechtelijke procedure, waarbij burgerlijke of gerechtelijke termijnen dienen gerespecteerd te worden (opzeg van een huurcontract, beëindiging van een arbeidsovereenkomst, een dagvaarding, …).

Elektronisch aangetekende zendingen zijn in principe voorhanden, maar zijn maatschappelijk nog niet echt ingeburgerd.

De meest voorkomende klacht voor aangetekende brieven is de melding dat deze niet de (juiste) geadresseerde heeft bereikt, en – in het verlengde daarvan – dat de postbode de zending niet op een correcte manier heeft uitgereikt.

Voorbeelden van geschillen: Aangetekende zendingen die door de ontvanger in zijn brievenbus gevonden worden zonder dat er enige identiteitscontrole plaatsvond; aangetekende zendingen die in een verkeerde brievenbus gedeponeerd worden; aangetekende zendingen zonder handtekening van de bestemmeling; AR-kaarten die de afzender niet opnieuw bereiken; aangetekende zendingen die retour gestuurd worden naar de afzender, zonder berichtgeving aan de bestemmeling dat de zending op hen wacht; aangetekende zendingen die niet teruggevonden worden in het postkantoor nadat de bestemmeling hiervoor een afwezigheidsbericht ontving; aangetekende zendingen waar de postbode zelf tekent voor ontvangst; aangetekende zendingen die na retour niet opnieuw de afzender bereiken. En tot slot: klachten van burgers of bedrijven die schade oplopen (boetes, een contract dat te laat start of eindigt, een attest dat niet tijdig bezorgd wordt) omdat ze niet gereageerd hebben op een aangetekende zending die niet of niet tijdig toekwam. Ook afzenders getuigen van gevolgschade.

Een aangetekende zending verschilt van andere verzendproducten in het feit dat deze brief persoonlijk overhandigd wordt aan de persoon aan wie de zending geadresseerd is (of de persoon die een geldige volmacht kan voorleggen om een aangetekende zending voor een derde of een rechtspersoon in ontvangst te nemen).

De procedure om dergelijke zendingen uit te reiken, vraagt dan ook een correcte opvolging: het uitvoeren van een identiteitscontrole bij de geadresseerde, het registeren van een handtekening voor ontvangst en het terugsturen van de ontvangstkaart indien de afzender hiervoor heeft geopteerd.

Meer lezen

Aanslepende uitreikingsproblemen

Opvallend in de klachten van ombudsman poste zijn burgers of bedrijven die reeds lange tijd structurele problemen ondervinden met het ontvangen van hun briefwisseling. Uitreikingen in de brievenbus van de buren, het niet tijdig ontvangen van facturen en aanmaningen, opschorting van rondes of zeer onregelmatige uitreiking. Bij een deel van de gedupeerden slepen dergelijke problemen maanden aan, soms met reële financiële gevolgen voor de betrokkenen.

Ombudsdossier
Klacht

Citaat van een burger ‘Dossier loopt al een half jaar, wekelijks krijg ik post van andere mensen in mijn brievenbus, zelfs van mensen een straat ver op 100 meter afstand, die ik dan zelf kan gaan zitten bussen. Eens was mijn creditcard meer dan een maand te laat, opvolgingen worden niet serieus gedaan etc etc, ik ben het grondig beu… Ik heb medische dossiers lopen, ik moet toch op de post kunnen rekenen en ook de andere mensen waarvan ik de post ontvang.’

Oplossing

Er volgen maatregelen om de vervangende postbodes die de betreffende ronde bedelen op te volgen.

Onderzoek naar dit soort klachten is niet eenvoudig. Gewone zendingen zijn niet traceerbaar in het postcircuit. bpost verwerkt dagelijks miljoenen brieven en andere postzendingen, die allemaal verwerkt worden in één van de vijf sorteercentra in ons land en vervolgens ’s ochtends naar uitreikingskantoren vertrekken. Zij dragen geen barcode die gescand kan worden tijdens de aanname, sortering, vervoer en uitreiking. Door de hoeveelheid zendingen en hun verwerkingsproces kunnen we nooit met zekerheid vaststellen waar een bepaalde brief zich op welk moment bevindt.

Het niet ontvangen van verschillende (gewone) zendingen kan wijzen op een meer structureel probleem bij de sortering en / of uitreiking zelf. In dat opzicht is het opvolgen van de ontvangen zendingen of de controle van de voorsortering door de teamleader van het uitreikingskantoor aangewezen om de oorzaak van het niet ontvangen van zendingen te achterhalen. Het bespreken van de klacht met de postbode(s) kan nieuwe elementen aan het licht brengen (bijvoorbeeld een probleem met de brievenbus of adressering). Zo wordt de aandacht van de postbode gevestigd op de correcte uitreiking op dat bepaald adres.

Meer lezen

Doorzenddienst

De voorbije jaren ontvangt de ombudsdienst klachten over identiteitsfraude door derden, door misbruik van het Do My Move systeem van bpost. De financiële en morele schade voor de gedupeerden kan substantieel zijn.

bpost werkt zeer actief aan het verder beveiligen van de procedure, waaronder het opvragen van identiteitsbewijzen.

We stellen samen met bpost vast dat een wettelijke basis nodig is om identiteitsgegevens te verzamelen en te bewaren, rekening houdend met de voorzieningen uit de Europese GDPR-Verordening. We wijzen erop dat bpost reeds een dergelijk mandaat heeft gekregen voor de verwerking van persoonsgegevens voor wat betreft de uitreiking van aangetekende zendingen (artikel 9 van het Koninklijk Besluit van 14 maart 2022 betreffende de postdiensten).

De ombudsdienst is van mening dat er voldoende argumenten zijn om voor de aanvragers van doorzending van briefwisseling eveneens een dergelijk artikel in een KB in te voegen, waarbij bpost toegelaten wordt om kopieën van de identiteitsbewijzen te bewaren voor een wettelijk vastgelegde periode.

De ombudsman adviseert de wetgever om in een uitvoeringsbesluit te bepalen dat bpost een identiteitsbewijs bewaart van de aanvrager van een doorzending van briefwisseling , alsook van elke andere persoon van wie de briefwisseling wordt doorgestuurd, met het oog op het voorkomen of onderzoeken van fraude.

De klantendienst

Thema’s KLACHTEN

Mensen begrijpen best wel dat er al iets mis kan lopen in een transportbedrijf. Mensen hebben minder begrip wanneer een klantendienst niet bereikbaar is of hun klacht niet of ontoereikend behandeld wordt. Dat geeft een ferme deuk in het vertrouwen.

Het gebrek aan een oplossing door de klantendienst is dan de aanleiding om op zoek te gaan naar een onafhankelijke ombudsdienst.

In 2024 ontvingen we 989 relationele klachten.

TOP 3 VAN geschillen over klantendienst

377 Klachten

De klantendienst biedt geen oplossing, bv. het dossier wordt eenzijdig afgesloten door de klantendienst zonder op reactie van de klant te wachten.

Mijn dossier werd onmiddellijk afgesloten, waardoor ik zelfs geen bijkomende informatie kon vragen over hoe ik dit probleem in de toekomst kon voorkomen. Op mijn replymail kreeg ik een droge melding dat deze niet behandeld zal worden, aangezien mijn dossier afgesloten is. Dit zonder enig antwoord op mijn vraag of oplossing voor mijn probleem.

363 Klachten

omtrent de toegankelijkheid van de klantendienst, waaronder:

  • De bestemmeling kan met zijn probleem niet terecht bij het bedrijf maar wordt rechtstreeks verwezen naar de afzender: 187 klachten.
  • De klantendienst telefoneert of mailt niet terug, ondanks een belofte : 95 klachten.
  • De klantendienst is niet bereikbaar: 81 klachten.

De klantendienst van sommige postbedrijven is telefonisch enkel bereikbaar via een betalend oproepnummer. Hieromtrent ontvangt de ombudsdienst een stijgend aantal klachten.

109 Klachten

omtrent communicatie, bv. de klant ontvangt een standaardantwoord zonder oplossing voor zijn specifieke probleem.

Recht op onderzoek voor de bestemmeling

7 op 10 van de bemiddelingsaanvragen bij ombudsman poste wordt ingediend door de bestemmeling én 18% van deze bestemmelingen vermeldt uitdrukkelijk dat het vervoerbedrijf geen onderzoek wil starten op zijn vraag én dit de reden is om een bemiddeling aan te vragen bij de ombudsman.

De rechten van de bestemmeling blijven een heikel punt in de sector. En dit is nefast voor het vertrouwen in de sector.

ombudsman poste blijft dan ook op dezelfde nagel kloppen en herhaalt haar aanbeveling.


E-commerce

Postwetgeving en consumentenrecht: Een oproep tot afstemming

9 op 10 Belgen koopt online en 25% van alles wat verkocht wordt, gebeurt via online aankopen. Dit lezen we in het rapport van sectorfederatie Becom omtrent de e-commerce in de eerste helft van 2024.

Ook in de klachten wegen de e-commerce aankopen door. 71% van de pakketten die onderdeel uitmaken van een beroepsklacht bij de ombudsdienst betreft een B2C verzending. De meeste van deze klachten zijn ingediend door een burger die een individuele aankoop deed. De klager is een bestemmeling in postjargon, een consument in e-commercetermen.

In de praktijk zijn er geschillen tussen de 3 partijen: handelaar – consument – vervoerbedrijf: ombudsman poste is niet bevoegd voor e-commerce handelaars. Vanuit de individuele dossiers botsen we echter op 3 problematieken die een betere afstemming van het consumentenrecht en de postwetgeving vereisen:

  • webshop noch postbedrijf opent een onderzoek op vraag van de consument/bestemmeling;
  • uitreikingsafspraken die een risico vormen voor de consument;
  • retourzendingen: gebrek aan bewijs voor de consument.

Bovenstaande praktijken worden zeker niet waargenomen bij elke webshop of bij elk postbedrijf, maar de vraag moet gesteld worden of dergelijke (goedkope) methodes passen in een verantwoordelijke e-commerce sector en de toets van het consumentenrecht kunnen doorstaan.

De ombudsman opent het debat tot een betere afstemming van consumentenrecht en postwetgeving, opdat de burger in zijn online-aankopen beter beschermd wordt.

Webshop noch postbedrijf opent een onderzoek op vraag van de consument/bestemmeling

Indien de consument zijn aankoop niet of beschadigd ontvangt, komen de contractuele bepalingen in zicht. De consument dient zich te wenden tot de webshop en weet zich beschermd door het consumentenrecht. De webshop kan zich wenden tot het koerierbedrijf voor een onderzoek en desgevallend een vergoeding. Het consumentenrecht is echter karig over de modaliteiten van de levering en dit zorgt voor ruis op de relatie tussen de 3 partijen.

Ombudsdossier
Klacht

De consument krijgt een mail dat haar bestelling van een Europese webshop aangekomen is. Bij thuiskomst vindt ze het pakket niet. Ze ‘flagt’ het probleem onmiddellijk bij de webshop. Deze verwijst naar de tracking die vermeldt dat het pakket toegekomen is. Na contact van de consument met het koerierbedrijf komt er geen schot in het geschil. ‘De webshop stuurt me telkens naar de koerier om te zeggen dat het hun probleem is en de koerier zegt dat ik geen contract heb met hen dus dat de webshop hen moet contacteren. De webshop weigert iets te doen en sluit mijn case telkens.’

Resultaat

In het ombudsonderzoek blijkt dat er fouten gebeurd zijn in de uitreiking. De koerier bevestigt dit aan de webshop maar die laatste wil het geschil niet heropenen. De ombudsdienst verwijst de klant naar het ECC voor verdere bemiddeling met de webshop.

Bovenstaande is een veel voorkomende klacht bij ombudsman poste. De consument reageert logisch en dient een klacht in bij het postbedrijf die als laatste het pakket in handen had. Daar vangt hij bot. Het postbedrijf wil enkel een onderzoek opstarten op vraag van zijn klant, de webshop. De webshop baseert zich uitsluitend op de trackinggegevens en opent geen onderzoek bij het vervoerbedrijf. De klant wordt van het kastje naar de muur gestuurd. De ombudsman meent dat deze werkwijze niet de geest van het consumentenrecht weerspiegelt.

Op vraag van de ombudsdienst wordt wel een onderzoek gestart bij het postbedrijf, elke postgebruiker heeft daar recht op. In vele ombudsdossiers wordt duidelijk dat het pakket niet uitgereikt werd bij de rechthebbende bestemmeling of dat het koerierbedrijf de uitreiking niet kan bewijzen. De consument ontvangt dan een attest, op basis waarvan hij alsnog zijn rechten kan doen gelden bij de handelaar/webshop. Deze attesten hebben een wisselend succes.

De ombudsman roept de webshops en de postsector op waar nodig een onderzoek te openen en de resultaten uit te wisselen, zodat de consument zijn rechten kan doen gelden.

Wijze van uitreiking die consumenten niet beschermt

ombudsman poste verbaast zich over de wijze waarop sommige aankopen uitgereikt worden. Naar de postsector toe zijn we hieromtrent duidelijk.

Ook de handelaar/webshop gaat echter nonchalant om met zijn verbintenis om het pakket uit te reiken.

Enerzijds verwijzen we hier naar handelaars die kiezen om hun goederen niet-traceerbaar te verzenden.

Anderzijds zien we dat pakketten (ook met een hoge waarde: laptop, iPhone, designerkledij) volgens de onderlinge afspraken tussen vervoerder en handelaar uitgereikt mogen worden op een risicovolle manier: zonder een handtekening, bij een buur, in de hal van een appartementsgebouw of op een plaats rondom het huis die door de chauffeur/postbode als veilig wordt beschouwd. De consument is niet op de hoogte van de afspraken die hier tussen de vervoerder en de webshop gemaakt worden.

Bij deze uitreikingsmethodes kan geen enkele van de 3 partijen bij discussie bewijzen dat een pakket al dan niet ontvangen werd door de consument. Het resultaat zijn geschillen die doorgaans niet tot een minnelijk akkoord leiden en waar de consument aan het kortste eind trekt.

Retourzendingen: risicovol voor de consument

Een inherent onderdeel van het online aankopen is het herroepingsrecht en de bijhorende retourzending. De ombudsdienst ontving in 2024 103 klachten over retourzendingen. De meest genoteerde klacht betreft een weigering van de webshop om de consument terug te betalen omdat de goederen niet aankwamen bij de handelaar (een leeg pakket of geen pakket).

De consument staat hier in een zwakke positie omwille van volgende vaststellingen:

  • Webshops geven enkel de melding van niet-ontvangst door aan de consument, maar leveren geen enkel bewijs.
  • Webshops openen geen onderzoek bij het postbedrijf als de consument aangeeft dat hij wel degelijk de goederen correct geretourneerd heeft.
  • De consument kan niet bewijzen dat de goederen wel degelijk in het pakket zaten. Een weging van elke retourzending bij afgifte of in het sorteercentrum zou al een verschil kunnen maken.
  • In de postsector worden bepaalde postdiensten onderling uitbesteed. Dit is zeker het geval voor retourzendingen. Dit is verwarrend voor de consument en leidt tot onduidelijkheden over aansprakelijkheid.
  • Retourzendingen worden in de sorteercentra van de transportbedrijven verzameld in grote containers en daar opgehaald door de handelaars / platformen. De tracering stopt daar, dus opnieuw geen bewijs ten voordele of nadele van de consument en de handelaar.
  • De grote webshops en platforms voorzien zelf een (doorgaans gratis) retourlabel. Op zich kan de consument zelf een veiligere verzendoptie kiezen/betalen maar de gestandaardiseerde retourprocedures zijn daar niet op afgestemd en het wordt dan ook sterk afgeraden of zelfs niet toegestaan door de webshop. Een zelf gekozen verzendwijze is op risico van de consument.
  • Zwakke plekken in de retourprocedure en de risicovolle uitreiking leiden ook tot misbruik door fraudeurs die zich voordoen als consumenten. En dergelijk frauduleuze praktijken wijzigen / verbeteren steeds. Webshops en postbedrijven zijn op hun hoede voor fraude en compensaties worden dan uiteraard geblokkeerd. De eerlijke consument mag hier echter niet de dupe van zijn.

De ombudsman stelt bovendien vast dat ook indien de consument een afgiftebewijs van zijn retourzending kan voorleggen er niet altijd een compensatie volgt. Het consumentenrecht is hieromtrent in boek VI, art.50, §3 van het Wetboek economisch recht nochtans duidelijk:

§ 3. Behoudens wanneer de onderneming heeft aangeboden de goederen zelf af te halen, mag de onderneming, voor wat betreft verkoopovereenkomsten, wachten met de terugbetaling totdat zij alle goederen heeft teruggekregen, of totdat de consument heeft aangetoond dat hij de goederen heeft teruggezonden, naar gelang welk tijdstip eerst valt.

Bovenstaande praktijken worden zeker niet waargenomen bij elke webshop of bij elk postbedrijf, maar de vraag moet gesteld worden of dergelijke (goedkope) methodes passen in een verantwoordelijke en duurzame e-commerce sector en postsector en de toets van het consumentenrecht doorstaan.

Afsluitend benadrukt de ombudsman dat we de besproken problemen nauwelijks vaststellen bij Belgische webshops maar wel bij Europese en niet-Europese webgiganten en platforms.

In ombudsdossiers en met medewerking van de postbedrijven tonen we in vele dossiers aan dat er geen bewijs is van een fout door de consument. Op basis van die attestering worden de meeste consumenten alsnog gecompenseerd door de betrokken handelaar.

Met uitzondering van Temu, Shein, Ali Express en Zalando.

Tegen dit laatste bedrijf hebben we 47 dossiers ontvangen. In deze dossiers neemt het bedrijf zelden initiatief tot een onderzoek op basis van de klacht van zijn consument. Ook wanneer na een ombudsonderzoek wordt vastgesteld dat er een fout gebeurd is in het vervoersproces en het postbedrijf dit confirmeert in een attest, volgt er in de meeste dossiers geen herziening van de beslissing van Zalando. Het is voor de consument en de ombudsman onduidelijk op welke gronden of feiten de webgigant zich baseert om het consumentenrecht in deze dossiers niet toe te passen. Bovendien weigert dit bedrijf mee te werken aan bemiddelingsdossiers die opgestart worden door het ECC. Op buitengerechtelijke wijze een oplossing bieden voor de benadeelde consument is in dossiers van een consument tegen Zalando dan ook niet mogelijk.

Keten van vervoerbedrijven: uiteindelijke consument wordt niet vergoed

Bij aankopen in China wordt vastgesteld dat pakketten verschillende vervoermaatschappijen doorlopen. Bij een probleem dient de verkoper sowieso het consumentenrecht te eerbiedigen. Omwille van deze keten van tussenvervoerders zien we echter in verschillende dossiers dat de consument niet gecompenseerd wordt.

Meer lezen
4.

Oplossingen

Onze missie: geschillen minnelijk oplossen

De kernopdracht van de ombudsdienst is het bereiken van een minnelijk akkoord tussen de partijen. Het opvragen van de standpunten van de partijen, het voeren van een onderzoek naar de feiten en het optreden als contactpersoon tussen klant en bedrijf is het dagelijkse werk van de dossierbehandelaars. De onpartijdigheid van de ombudsman is steeds het uitgangspunt. Wanneer de partijen niet tot een akkoord komen, neemt de ombudsman een standpunt in. Dit gebeurt op basis van de feitelijke elementen en de betreffende regelgeving. Bovendien kan en zal de ombudsman billijkheid inroepen als hij dit geoorloofd acht.

EEN MINNELIJK AKKOORD IS HET FINALE DOEL!

In elk ontvankelijk dossier wordt een onderzoek gestart en bemiddelt ombudsman poste tussen de partijen om een minnelijke oplossing te bereiken in het geschil. In de loop van 2024 hebben we 2.101 geschillen afgesloten. In 89% van de bemiddelingen werd een minnelijke oplossing bereikt, onder de vorm van een vergoeding, het terugvinden van een verloren zending, het nemen van gepaste maatregelen of het aanbieden van informatie aan de klant tot beslechting van het geschil.

456

Dossiers afgesloten met een vergoeding

223

Het onderzoek resulteert in de ontvangst van de zending.

417

Het bedrijf neemt maatregelen om gelijkaardige problemen in de toekomst te voorkomen.

784

De klant ontvangt de informatie die het geschil beslecht.
→De klant ontvangt de informatie en documentatie die hem in staat stelt zijn rechten te doen gelden ten aanzien van een derde.
→Het bedrijf verklaart en verantwoordt waarom een bepaalde werkwijze gevolgd werd, waarbij de klant het resultaat aanvaardt.

456

bemiddelingen resulteren in een vergoeding van het bedrijf aan de klant

Een compensatie kan verschillende vormen aannemen:

  • een vergoeding voor de afzender op basis van het contract of de algemene voorwaarden van het bedrijf;
  • een vergoeding voor de bestemmeling op basis van buitencontractuele aansprakelijkheid;
  • een commerciële vergoeding (voor afzender of bestemmeling) ten gevolge van klantvriendelijkheid, billijkheid of een duidelijke fout van het bedrijf.
Ombudsdossier
Klacht

De klant stuurt een groot pakket met zelfgemaakte poppen naar de VS. De waarde van de inhoud is 1.300 euro. Het transport van het pakket werd beperkt verzekerd. Na 2 maanden is de zending nog niet toegekomen. Aanvankelijk antwoordt het koerierbedrijf aan de klant maar na enige tijd is er geen communicatie meer.

Oplossing

Het onderzoek op vraag van de ombudsdienst wijst uit dat het pakket terecht gekomen is in een depot onbestelbare goederen. De reden kan men niet achterhalen. Na 2 maanden blijkt het pakket daar echter niet meer te vinden. Het koerierbedrijf is, gezien de opeenvolging van problemen, bereid de schade van de klant volledig te compenseren.

223

onderzoeken leiden tot de ontvangst van de zending

De meest voorkomende klacht bij ombudsman poste is de verdwijning van een pakket. Het pakket kan niet meer gevolgd worden op de tracking, het postbedrijf verklaart het pakket spoorloos, het pakket staat op uitgereikt maar de bestemmeling heeft het niet ontvangen, …. Ook vertragingen in het transport en de uitreiking van een pakket leiden tot vele geschillen. In 223 dergelijke dossiers heeft het onderzoek geleid tot het terugvinden van en uitreiken van het pakket of de aangetekende zending aan de bestemmeling.

Een pakket uit Finland komt niet toe bij de bestemmeling. Na onderzoek blijkt dat een sticker op het zendlabel de automatische lezing van de gegevens verhindert en het pakket hierdoor rondjes blijft draaien in het sorteercentrum. In het kader van het ombudsdossier wordt het pakket manueel onderschept en aan de bestemmeling bezorgd.

417

bemiddelingen leiden tot maatregelen door het bedrijf

In dergelijke dossiers gaat het doorgaans over problemen met de uitreiking van brievenpost, pakketten, kranten en tijdschriften. Na onderzoek neemt het bedrijf maatregelen om de uitreikingsproblemen in de toekomst te vermijden.

Ombudsdossier
Klacht

‘Telkens ik een pakket bestel, komt de bezorger niet langs terwijl ik thuis ben. Deze rijdt telkens rechtstreeks naar het afhaalpunt. Er werden reeds 4 klachten ingediend, maar telkens krijg ik als antwoord: "We geven het door". Dit is al maanden bezig en het bedrijf doet er niks aan. De mevrouw van het afhaalpunt heeft ook al verscheidene klachten ingediend zonder succes.’

Oplossing

Het bedrijf neemt extra maatregelen ten aanzien van de betrokken chauffeur. De klant laat weten dat het eerstvolgende pakket correct uitgereikt werd.

784

minnelijke oplossingen door middel van het correct informeren van de klant

Bij een verzending zijn er doorgaans 3 partijen betrokken: de afzender, de bestemmeling en het postbedrijf. De contractuele relaties en verplichtingen tussen deze partijen zijn niet altijd geheel helder. Bovendien heeft de postsector zijn eigen specifieke wetgeving op internationaal en nationaal niveau. Daarnaast is het consumentenrecht van toepassing bij pakjes die verzonden worden tussen een professionele handelaar en een consument.
Een probleem met een zending kan dan snel leiden tot een ingewikkeld kluwen van rechten en plichten aangaande het onderzoek en de schadeloosstelling, ook bij zendingen met een kleine waarde. Een belangrijk onderdeel van het werk van de ombudsman is dan ook het correct informeren van de afzender of bestemmeling over zijn rechten en plichten én de te volgen weg om een oplossing te bereiken voor het specifieke probleem.

Ombudsdossier
Klacht

De klant betwist dat hij invoerkosten dient te betalen bij de invoer van zijn pakket (langspeelplaten uit de VS). Onderzoek wijst uit dat de afzender de goederen niet correct geregistreerd heeft in het internationale uitwisselingsbestand waardoor de inklaring in België alsnog diende te gebeuren.

Oplossing

Na toelichting, betaalt de klant de kosten en ontvangt zijn LP’s. ‘Bedankt voor deze informatie. Nu heb ik een uitleg – via de ombudsman - waarom er toch kosten worden opgelegd en het gaat om een nalatigheid vanwege de afzender.’

Als een minnelijk akkoord niet haalbaar is

Als een minnelijke oplossing niet haalbaar is, neemt de ombudsman een standpunt in, op basis van de elementen uit het onderzoek. Dit standpunt resulteert in een aanbeveling aan het bedrijf of een advies aan de klant.

Een aanbeveling aan het bedrijf bevestigt aan de betrokken postgebruiker dat de ombudsdienst zijn standpunt volgt. De postgebruiker heeft de mogelijkheid om de aanbeveling te gebruiken indien hij een juridische procedure opstart tegen het postbedrijf.

Aangezien het in de postsector doorgaans gaat om geschillen waar een beperkte postale vergoeding tegenover staat, zetten weinig klagers de stap naar de rechtbank. Omwille van deze reden gaat de ombudsman ver in de onderhandeling met de bedrijven (tot en met de bespreking in een persoonlijk overleg) om een minnelijk akkoord te bereiken. En wordt er bijgevolg niet vaak overgegaan tot een aanbeveling.

In 2024 schreef de ombudsdienst 3 aanbevelingen. Eén aanbeveling aan Easypost betreft een verdwenen pakket. Aan bpost werden 2 aanbevelingen gericht voor pakketten die onmiddellijk verdwenen na aangifte.

Aangezien de ombudsdienst in januari 2025 voor gelijkaardige geschillen 7 aanbevelingen formuleerde, bespreken we deze problematiek met bpost om tot structurele oplossingen te komen.

Wat is een aanbeveling?

Een aanbeveling is een officieel instrument van de Ombudsdienst om, in de behandeling van dossiers waar de bemiddeling dreigt vast te lopen, een gemotiveerd standpunt te schrijven aan de betrokken onderneming, met een duidelijke opsomming van de relevante feiten, de van toepassing zijnde wetgeving en algemene voorwaarden, en de analyse en het standpunt van de Ombudsdienst, met een voorstel tot minnelijke schikking.
Indien de onderneming binnen twintig werkdagen niet reageert met haar eigen gemotiveerd standpunt over waarom ze van menig verschilt met de Ombudsdienst, is het postbedrijf in kwestie wettelijk gebonden aan de minnelijke schikking, zoals deze werd voorgesteld door de Ombudsdienst.

“ § 3. De ombudsdienst voor de postsector heeft volgende opdrachten :

… 4° een aanbeveling richten tot de in § 1 van dit artikel bedoelde ondernemingen indien geen minnelijke schikking kan worden bereikt. Een afschrift van aanbeveling wordt aan de klager toegezonden;

… § 6. De betrokken onderneming beschikt over een termijn van twintig werkdagen om haar beslissing te motiveren indien zij de in § 3, 4° van dit artikel bedoelde aanbeveling niet volgt. De met reden omklede beslissing wordt naar de klager en naar de ombudsdienst gestuurd.

Na het verstrijken van de in het vorige lid bedoelde termijn, verstuurt de ombudsdienst een herinnering aan de betrokken onderneming. Deze beschikt over een nieuwe termijn van twintig werkdagen om haar beslissing alsnog te motiveren indien zij de in § 3, 4° van dit artikel bedoelde aanbeveling niet volgt. De met redenen omklede beslissing wordt naar de klager en naar de ombudsdienst gestuurd. Door de niet naleving van de bedoelde termijn verbindt de betrokken onderneming er zich toe het advies uit te voeren voor wat betreft de specifieke en persoonlijke tegemoetkoming aan de betrokken klager.”

Bron: Artikel 43ter van de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische bedrijven

Meer lezen

168

bemiddelingsaanvragen werden afgesloten met een advies aan de klant

Indien de ombudsdienst na onderzoek van een geschil en het analyseren van de standpunten van beide partijen vaststelt dat het bedrijf geen fouten gemaakt heeft en conform haar algemene voorwaarden én de wet handelde, deelt de ombudsman dit mee in een advies aan de klant.

Ombudsdossier
Klacht

De afzender zendt een geheugenkaart naar een bestemmeling in Mons (C2C). De bestemmeling laat hem weten dat de kaart niet in het pakket zit en stuurt hieromtrent foto’s door. De bestemmeling claimt zijn geld terug van de afzender. Het postbedrijf heeft haar klant de verzendkost terugbetaald maar de afzender eist volledig vergoed te worden voor de schade van 140 euro.

Resultaat

Zowel afzender als bestemmeling konden fotomateriaal (met precieze tijdsaanduiding) voorleggen van het pakket vóór afgifte en onmiddellijk na de uitreiking. Ook waren er foto’s beschikbaar van het pakket tijdens de sortering in het postbedrijf. De analyse van deze foto’s wijst erop dat het pakket intact het transport heeft doorstaan. Ook het gemeten gewicht tijdens de sortering stemt overeen met de inhoud. De tracking vertoont geen anomalie. De ombudsdienst informeert de afzender dat alles erop wijst dat het pakket het transport zonder problemen heeft doorlopen.

33

bemiddelingsaanvragen werden afgesloten met een neutrale afsluiting

In deze dossiers werd geen minnelijke oplossing bereikt. Op basis van de elementen in het dossier en de resultaten van het onderzoek was de ombudsman niet in staat om positie in te nemen voor één van beide partijen. Er waren tegenstrijdige elementen, geen bewijzen of simpelweg te weinig feitelijke informatie voorhanden.

De aanvrager deelt mee zijn klacht stop te zetten

17 burgers of bedrijven vroegen in 2024 de bemiddeling stop te zetten. De wet op de gekwalificeerde entiteiten voor buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen stelt dat een consument op elk moment van de procedure kan beslissen om de bemiddeling stop te zetten.

Behandelingstermijn

86%

van de dossiers was op 31.12.2024 afgesloten

38

WERKDAGEN IS DE GEMIDDELDE behandelingsduur VAN EEN DOSSIER

5.

AANBEVELINGEN

aanbevelingen en beleidsadvies 2024

Het aantal verdwenen pakketten moet dalen

De procedures en processen van de verschillende pakketbedrijven zijn uiteraard verschillend. Vanuit de onderzoeken die we bij de ombudsdienst voeren, kunnen we 3 adviezen formuleren die een daling van het aantal verdwenen pakketten beogen.

De ombudsman beveelt de postbedrijven aan alle pakketten proactief op te volgen en de procedures om verdwenen pakketten op te sporen, te optimaliseren.

Vanuit het perspectief van klagers lijkt het dat er pas vastgesteld wordt dat een pakket verdwenen is op het moment dat de klant dit meldt aan de klantendienst. De ombudsdienst stelt dit ook effectief in vele onderzoeken vast. Nochtans is het het postbedrijf dat zich ertoe verbindt een zending te vervoeren van A tot B.

Met de huidige scan- en opvolgtechnieken adviseren wij de bedrijven te anticiperen op mogelijk verlies, door pakketten tijdens elke stap in het traject actief op te volgen en onmiddellijk de nodige bijsturingen te doen indien een pakket afwijkt van het voorziene traject.

Optimaliseer de procedure van ‘onbestelbare goederen’

Elk koerierbedrijf beschikt over een interne afdeling waar pakketten terechtkomen die om één of andere reden onbestelbaar zijn (inhoud is uit de verpakking gevallen, foute adressering, verzendlabel is losgekomen, …). We bevelen de bedrijven aan deze procedure te optimaliseren. In theorie moet elk pakket dat het voorziene traject niet kan verderzetten, terecht komen bij een afdeling ‘onbestelbare zendingen’ en vandaaruit opnieuw aan de rechtmatige eigenaar bezorgd worden. In de praktijk eindigt een onderzoek vaak in: ‘de goederen zijn niet teruggevonden in onze afdeling lost parcels’.

Start een onderzoek bij de eerste melding van een verdwenen pakket.

In een ombudsdossier wordt aan het betrokken bedrijf gevraagd extra onderzoeksdaden te stellen: de laatst tussen gekomen medewerker bevragen, een fysieke opzoeking op de plaats waar het pakket het laatst gescand werd, bevraging bij het magazijn waar onbestelbare stukken terecht komen, ... Dergelijke opzoekingen kunnen veel meer resultaat opleveren indien ze reeds in eerste lijn uitgevoerd worden (een ombudsdossier wordt als beroepsdossier doorgaans pas opgestart weken na het verdwijnen van het pakket).

Post- en koerierbedrijven verwerken dagelijks een groot aantal oproepen omtrent verdwenen of vertraagde pakketten. Het is niet eenvoudig om meteen te kijken of een klant in bepaalde gevallen een beetje geduld moet hebben, of er meer aan de hand is. Zeker bij internationale verzendingen, die veel meer verwerkingspunten hebben en soms een inklaringsproces dienen te doorlopen, is het aannemelijk dat het bedrijf een zekere termijn inlast vooraleer ze een zending als verloren beschouwt en de aansprakelijkheid aanvaardt. Dit neemt niet weg dat elke gebruiker van postdiensten het recht heeft om zich te informeren over een zending of een klacht in te dienen. Te vaak worden deze termijnen gebruikt om helemaal geen onderzoek in te stellen, of is de online tracering controleren de enige onderzoeksdaad die gesteld wordt.

Precontractuele informatie: een must

De ombudsman beveelt bpost aan bij elke aankoop van een zendlabel in een postkantoor de klant proactief via de loketbediende te informeren over de verschillende verzendopties en de bijhorende schaderegeling.

Aansprakelijkheidsregels in de post- en transportsector zijn gecompliceerd. Niet alleen is de aansprakelijkheid afhankelijk van welke transportmodus gebruikt werd (vervoer over de weg, luchtvaart, …) en het nationaal of internationaal transport betreft maar zijn er ook aparte regels naargelang het commerciële postdiensten, diensten in het kader van de universele dienstverlening of publieke postdiensten betreft.

De particuliere of occasionele verzender gaat er vaak verkeerdelijk vanuit dat de waarde van de inhoud verzekerd is binnen de standaard verzendprijs.

Voor nationale verzendingen in het kader van de universele dienstverlening is de vergoeding beperkt tot de verzendkost.

Ombudsdossier
Klacht

Een fietswinkel verzendt een voorwielmotor voor een e-bike naar een groothandel. Het pakket komt daar leeg toe. De klant ontvangt enkel de verzendkost van het postbedrijf. De klant wenst vergoed te worden voor de waarde van de motor.

Resultaat

Het postbedrijf doet opzoekingen naar de motor maar die wordt niet terug gevonden. De ombudsdienst informeert de klant dat de sector een beperking van aansprakelijkheid kent en hij de correcte vergoeding ontvangen heeft volgens de algemene voorwaarden voor dit nationale pakket.

In elk van de verdragen (CMR, UPU, Verdrag van Warschau en Montréal) die van toepassing zijn op de niet-commerciële contracten wordt de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt, tenzij de klant betaalt voor een (volledig) verzekerde verzending.

En die beperkte aansprakelijkheid wordt berekend op basis van het gewicht van de zending. Deze berekeningswijze lijkt totaal achterhaald indien we de goederen bekijken die vandaag veelvuldig verstuurd worden via een postpakket, zoals gsm’s, laptops, pokemonkaarten, verzamelstrips, handtassen, chocolade, koffie en thee, … De ombudsdienst krijgt regelmatig de opmerking dat de vergoeding voor verlies van een zending hoger ligt wanneer de klant een baksteen verzendt dan wanneer er een smartphone in zit.

De ombudsman stelt zich de vraag of een aansprakelijkheidsregime dat louter op basis van het gewicht van de zending een berekening vastlegt, en dat oorspronkelijk werd opgemaakt om toegepast te worden in de transportsector waar vrachtwagens goederen in bulk vervoeren, nog wel afgestemd is op de pakketsector van 2025.

Idealiter gebeurt er een bijsturing op Europees niveau, samen met een evaluatie van de laatste Europese postrichtlijn, die dateert van 2008, net voor de boom van online aankopen.

Gezien de beperking van aansprakelijkheid is het zeer belangrijk dat de consument een keuze moet kunnen maken op basis van de juiste informatie (compensaties bij verschillende verzendopties, mogelijkheid tot verzekering, tracering, uitreiking tegen handtekening, …). Niet enkel wanneer een klant online een verzendlabel aankoopt, maar zeker ook in de fysieke verkooppunten.

In het kader van de universele dienstverlening benadrukken we dat mensen die occasioneel een pakket verzenden of digitaal minder vaardig zijn, gebruik maken van een postkantoor en daar rekenen op de informatie die ze ontvangen van de loketmedewerker. bpost hanteert trouwens een hogere verkoopprijs voor hun producten wanneer de klant deze in een postkantoor aankoopt in vergelijking met dezelfde producten die via de website te koop aangeboden worden. bpost verantwoordt dit prijsverschil met de stelling dat de klant beter bediend wordt aan het loket, door de extra informatie en adviezen die deze krijgt aan het loket.

De ombudsman heeft de nood aan precontractuele informatie in de postkantoren reeds in voorgaande jaren aanbevolen. bpost heeft daar op gereageerd door elk kantoor en postpunt te voorzien van een affiche met verwijzing naar de algemene voorwaarden en de postkantoren eveneens te voorzien van folders die de algemene voorwaarden bevatten. Daarnaast vermeldt bpost dat de loketbediendes info geven aan de consument als die zelf de vraag stelt naar de verschillende verzendwijzen én hun opties.

Aan de hand van de klachten die ombudsman poste blijft ontvangen omtrent de beperkte vergoedingen, blijken deze voorzorgsmaatregelen onvoldoende en bevelen we aan dat de medewerkers in de verkooppunten proactief de mogelijkheid om waardevolle zendingen te verzekeren, meedelen.

Mondial Relay moet het CMR-verdrag respecteren

De ombudsman beveelt Mondial Relay aan de schaderegeling van het CMR-verdrag te respecteren en daartoe haar algemene voorwaarden aan te passen.

Het CMR-verdrag ( Convention relative au Contrat de Transport International de Marchandises par Route) schrijft aansprakelijkheidsregels voor in het kader van het internationaal vervoer over de weg. Alle landen in Europa zijn lid van het Verdrag. De Belgische wetgever heeft de aansprakelijkheidsregels ook van toepassing gemaakt op het binnenlandse, commerciële vervoer in artikel 2-3 van de Wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg.

Elke aanbieder van postvervoer dient zich hier bijgevolg aan te houden. De ombudsdienst stelt vast dat Mondial Relay zich niet houdt aan de voorziene vergoedingen. Zij vermeldt in haar algemene voorwaarden … in geval van verlies van het pakket of van vastgestelde beschadiging, zal MONDIAL RELAY aan de Klant een forfaitaire schadevergoeding betalen van € 25,- incl. btw per pakket (inclusief verzendkosten)

ombudsman poste heeft Mondial Relay er reeds verschillende malen op gewezen dat zij zich dienen te houden aan voormeld verdrag. In de ombudsdossiers bereiken we een minnelijk akkoord en betaalt het bedrijf de voorziene vergoeding aan haar klant.

Beleidsadvies doorzenddienst

De ombudsman adviseert de wetgever te bepalen dat bpost een kopie van het identiteitsbewijs bewaart van de aanvrager van een doorzenddienst. Dit advies beoogt het voorkomen of onderzoeken van identiteitsfraude.

De ombudsdienst ontvangt de voorbije jaren sporadisch klachten met betrekking tot identiteitsfraude door derden via misbruik van het Do My Move systeem van bpost. De gevolgen kunnen zeer ernstig zijn voor de betrokken slachtoffers. In structurele meetings heeft bpost ons op de hoogte gebracht van de aanpassingen die reeds doorgevoerd zijn. De procedure kan verder beveiligd worden door het bewaren van de identiteitsgegevens van de aanvragers van de doorzenddienst. bpost is vragende partij voor de voorliggende aanpassing en de ombudsman ondersteunt deze vraag.

OPVOLGING AANBEVELINGEN

Laat pakketten niet onbeheerd achter

De ombudsman beveelt de sector aan om bij afwezigheid van de bestemmeling, geen pakketten achter te laten rond het bestemmingsadres, tenzij de bestemmeling hier expliciet toestemming voor gaf.

Elk bemiddelingsdossier is uniek en het resultaat van het onderzoek bepaalt het standpunt dat de ombudsman uiteindelijk inneemt. In dossiers omtrent ‘onbeheerd achterlaten’ vertrekt de ombudsman wel van de premisse dat het risico voor het verdwijnen van een pakket door het postbedrijf genomen wordt en de schade van de bestemmeling volledig vergoed moet worden.

Uiteraard zoeken bedrijven naar procedures die een tijdsvoordeel opleveren voor de bezorger en een deel van de consumenten verkiest zijn pakket terug te vinden bij thuiskomst i.p.v. zich te moeten verplaatsen naar een afhaalpunt. Hiertoe bestaat de mogelijkheid een voorkeurlevering/neerzettoelating in te stellen door de bestemmeling. Hij kan dan zelf aangeven welke plaats rondom zijn bedrijf of huis hij veilig acht voor het achterlaten van zijn pakket. Bovendien is het gamma aan alternatieven de voorbije jaren enorm gediversifieerd en uitgebreid via lokale afgiftepunten, lockers en pakketbrievenbussen.

De ombudsman is bijgevolg van mening dat het onbeheerd achterlaten van een pakket enkel op vraag van de klant zelf mag toegepast worden, en indien dit toch buiten de wil van de gebruiker gebeurt, de bewijslast bij verdwijning, diefstal of beschadiging niet bij de bestemmeling ligt.

Open een onderzoek bij klacht van een bestemmeling

De ombudsman beveelt de sector aan de rechten van de bestemmeling te garanderen: zijn klacht te aanvaarden en te onderzoeken, de bestemmeling correct te informeren en in billijke gevallen de geleden schade te vergoeden.

De ombudsdienst benadrukt dat de bestemmeling de eerste is die een probleem ervaart als een zending beschadigd, vertraagd of helemaal niet toekomt. Zich wenden tot de klantendienst van het postbedrijf om een oplossing, is een logische reflex. Maar daar kunnen ze niet terecht. De meeste postbedrijven blijven de bestemmeling afwimpelen naar de afzender. Dit heeft een negatieve impact op het vertrouwen van de burger in de sector.

Ombudsdossier
Klacht

‘Pakket is geleverd in een postpunt in de gemeente 2040 ipv 2140. Ik beschik niet over een wagen en zou vanaf mijn woonplaats ongeveer 3u moeten fietsen om het pakket op te halen. Dit lijkt sterk op een sorteerfout. Ik heb gebeld met de vraag het opnieuw aan te bieden of eventueel dichterbij te verplaatsen naar een afhaalpunt dat haalbaar is voor mij maar het postbedrijf weigert het pakket opnieuw aan te bieden en vraagt dat de verzender een onderzoek opstart.’

Oplossing

Omwille van een bug in het programma werd het pakket naar een verkeerd afhaalpunt gebracht. Het postbedrijf heeft het pakket opnieuw overgebracht naar het correcte afhaalpunt, waar de klant het heeft opgehaald.

En ook de wetgeving geeft de misnoegde bestemmeling gelijk.
De Europese postrichtlijn, omgezet naar Belgische wetgeving door de Wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten, is zeer duidelijk. Een postbedrijf is verplicht om een klantendienst in te richten die toegankelijk dient te zijn voor alle gebruikers van postdiensten. Gebruikers worden in diezelfde Wet gedefinieerd zowel als de afzender als de geadresseerde van een postzending. Een gebruiker heeft het recht om een vraag te stellen, een klacht in te dienen en een onderzoek te vragen. Het klopt wel dat dit niet per se betekent dat een oplossing altijd van het postbedrijf moet komen. In veel gevallen (vooral in het kader van e-commerce) zal de geadresseerde zich tot de afzender moeten richten voor een vervangzending of een terugbetaling van het aankoopbedrag van de goederen. Meermaals heeft de bestemmeling daarbij de resultaten van het postonderzoek nodig om verhaal te kunnen halen bij de afzender.

De ombudsman besluit dat er op dit vlak nog een stevige vooruitgang te boeken is in de sector. Een burger begrijpt best dat er al iets mis kan lopen met het vervoer van het pakket of de brief die hij verwacht. Hij of zij vertrouwt er wel op dat het postbedrijf actie onderneemt bij problemen. En dat begint met het aanvaarden van zijn klacht.

6.

ORGANISATIE

Onze opdracht

ombudsman poste is een onafhankelijke, federale overheidsdienst, gecreëerd bij de Wet van 21 maart 1991, en sinds februari 2007, bevoegd voor alle bedrijven die actief zijn op de Belgische postmarkt.

Als beroepsinstantie heeft de ombudsdienst de bevoegdheid alle klachten van gebruikers te onderzoeken die verband houden met:

De activiteiten van bpost, met uitzondering van:

  • Klachten waarvoor een andere onafhankelijke, sectoriële geschillencommissie of onafhankelijke bemiddelaar bevoegd is;
  • Klachten die producten en diensten betreffen die door bpost aangeboden worden in onderaanneming van derden.

De postale activiteiten van de in §1, 2° en 3°, van dit artikel bedoelde ondernemingen.

Iedereen kan een vraag tot bemiddeling richten aan de ombudsdienst: een particulier, een onderneming, een vereniging, een organisatie, …zowel bestemmeling als afzender voor zover het probleem te maken heeft met een bedrijf dat actief is op de Belgische postmarkt en er voorafgaand een klacht werd ingediend bij het betrokken bedrijf volgens hun interne procedure.

De ombudsdienst heeft geen eigen rechtspersoonlijkheid, maar is administratief aangehecht aan het BIPT, met wie een samenwerkingsovereenkomst afgesloten werd die de goede werking en de onafhankelijkheid van de ombudsdienst garanderen.

De ombudsdienst beschikt over een personeelskader van 17 dossierbeheerders en 2 ombudsmannen.

Financiering, budget en resultaten

De ombudsdienst wordt gefinancierd door de postsector. Dit gebeurt via een in de wet vastgelegde formule waarbij een postbedrijf een bijdrage betaalt, in verhouding met het aantal ontvankelijke beroepsklachten per jaar, aan haar bedrijf. Enkel bedrijven die meer dan 12 ontvankelijke klachten hebben en een jaaromzet van meer dan 500.000 euro zijn bijdrageplichtig. Met betrekking tot het budget voorziet de Wet van 21 maart 1991, artikel 45ter §8, het volgende: “De ombudsmannen leggen elk jaar het ontwerp van begroting van de Ombudsdienst voor de Postsector ter advies voor aan het raadgevend comité voor de postdiensten. De begroting van de Ombudsdienst voor de Postsector maakt afzonderlijk deel uit van de begroting van het BIPT.” De procedures, verplichtingen en controles die gelden voor de overheidsadministraties zijn integraal van toepassing op de ombudsdienst.

Evolutie van de begroting 2024 2023 2022
Totaal budget € 3.082.425 € 2.940.575 € 2.752.680
Personeel € 2.521.825 € 2.386.075 € 2.207.180
Werkingskosten € 490.600 € 484.500 € 475.000
Investeringen € 70.000 € 70.000 € 70.000
Evolutie van de uitgaven 2024 2023 2022
Totaal uitgaven € 2.354.355 € 2.447.265 € 2.304.879
Personeel € 2.132.651 € 2.208.813 € 2.121.213
Werkingskosten € 216.602 € 238.452 € 177.190
Investeringen € 5.103 - € 6.476

Het ombudsnetwerk

De consumentenombudsdienst

Consumenten en ondernemingen die een geschil op een snelle, goedkope en laagdrempelige manier willen oplossen kunnen daarvoor terecht bij 14 gekwalificeerde entiteiten, waaronder 10 ombudsdiensten. Elke dienst treedt op als onafhankelijke en onpartijdige tussenpersoon in zijn sector.

De overgrote meerderheid van de consumenten en ondernemingen vindt zijn weg rechtstreeks naar de bevoegde ombudsdienst. Consumenten en ondernemingen die niet weten waar ze hun geschil aanhangig kunnen maken, kunnen terecht bij de Consumentenombudsdienst, die het sluitstuk vormt van de buitengerechtelijke geschillenregeling in België.

De Consumentenombudsdienst is het contactpunt voor consumenten en ondernemingen voor alle vragen aangaande ADR (Alternative Dispute Resolution of buitengerechtelijke geschillenregeling). Elke aanvraag tot buitengerechtelijke regeling van een consumentengeschil wordt door de COD in ontvangst genomen en na grondige analyse doorgestuurd naar de bevoegde gekwalificeerde entiteit, zoals ook ombudsman poste er een is. Ten slotte behandelt de COD alle consumentengeschillen die hij aan geen andere gekwalificeerde entiteit kan overmaken, het betreft hier de zogenoemde residuaire geschillen.

De Ombudsdienst voor de Postsector is lid van het directiecomité van de Consumentenombudsdienst. consumentenombudsdienst.be

ombudsman.be

ombudsman poste is lid van ombudsman.be, het Belgisch netwerk van de ombudsmannen. Elk van deze ombudsmannen onderzoekt onafhankelijk en objectief de klachten en bemiddelt om een oplossing te bereiken voor het geschil.

Alle aangesloten ombudsmannen passen dezelfde 10 principes voor kwaliteitsvol ombudswerk toe, waaronder het doorverwijzen van klachten indien die ressorteren onder de bevoegdheid van een collega ombudsman.